‘Zorgverleners moeten weten hoe ze naar besnijdenis kunnen vragen’   

Op 6 februari is het internationale dag tegen meisjesbesnijdenis. Amy Welde Selase deelt haar kennis en expertise rond dit thema. Zij is centering-cobegeleider voor Eritrese zwangeren, cultuur-mediator en sleutelfiguur vrouwelijke genitale verminking (VGV).

Pharos, het landelijk expertisecentrum gezondheidsverschillen en Focal Point Meisjesbesnijdenis, vermeldt in het rapport Eritrese vrouwen in de geboortezorg (juni 2018) dat naar schatting tussen de 50 en 75 procent van de Eritrese vrouwen in Nederland besneden is. Welde Selase: “In onze online centering-groepen zitten vrouwen uit de etnische groep die Tigrinya spreekt. Bij deze vrouwen komen vooral de eerste en tweede vorm van besnijdenis voor (zie kader). Toen zij nog een baby waren, is hun clitoris gedeeltelijk of geheel weggesneden; soms is ook een deel van de binnenste schaamlippen verwijderd. Er doen steeds vaker ook vrouwen mee uit de andere etnische groepen, die hier via gezinshereniging zijn gekomen. Bij hen komt ook de derde vorm van besnijdenis voor. De gedachte achter besnijdenis is dat vrouwen niet van seks mogen genieten. Ook zou het ze beschermen tegen misbruik en verkrachting.” (Meer informatie over waarom vrouwen besneden worden vind je in de Pharos-brochure Vrouwelijke Genitale Verminking: Stand van zaken in Nederland.)

Drie vormen van besnijdenis: 

Eerste vorm – Clitoridectomie: het gedeeltelijk of volledig verwijderen van de clitoris. 

Tweede vorm – Excisie: het gedeeltelijk of volledig verwijderen van de clitoris en de kleine schaamlippen. In sommige gevallen worden de grote schaamlippen ook verwijderd.

Derde vorm – Infibulatie: het vernauwen van de vaginale opening door de kleine en grote schaamlippen volledig te verwijderen en de overgebleven delen aan elkaar vast te naaien. Doorgaans wordt ook de clitoris verwijderd.

Hoe het thema aan bod komt 

“In de achtste bijeenkomst praten wij over besnijdenis. Dit doen we bewust wat later, omdat deelnemers zich dan veilig voelen om zich hierover in de groep uit te laten. Dikwijls ontdekken we dan, dat dit thema met de eigen verloskundige nog niet voldoende aandacht kreeg. De meeste vrouwen weten wel dát ze besneden zijn, maar niet welke vorm van besnijdenis ze hebben. Wij bespreken dus eerst welke vormen van besnijdenis er zijn. Ook praten we over de nadelen die het heeft, zoals pijn bij seks, en over welke complicaties het kan geven bij de bevalling: bloeding, infectie, urineweginfectie.” 

Werken volgens de leidraad VGV

“Wij vertellen dat de verloskundige of gynaecoloog er standaard naar vraagt als je uit Eritrea komt en wat ze gaan doen met die informatie: ‘Bij 30 weken kijken ze hoe je bent besneden om een plan van aanpak te maken voor hoe je straks gaat bevallen.’ Meestal reageert de helft van de vrouwen dan: ‘ze heeft me niets gevraagd’. Wij proberen ze te stimuleren: ‘Je kan het ook zelf vragen: ik ben besneden, wil je kijken hoe’. Ook horen we vaak: ‘Ze heeft het wel gevraagd, maar niet gekeken.’ Niet alle verloskundigen werken dus volgens de leidraad Medische zorg voor vrouwen en meisjes met vrouwelijke genitale verminking (VGV). In onze groepen maakten wij vier keer mee dat een vrouw was dichtgenaaid, terwijl de verloskundige of gynaecoloog daar nog niet naar had gevraagd. Dit waren de vrouwen die hiermee naar voren durfden te komen in de groep of die mij hierover achteraf benaderden.” 

Zou jij je dochter willen laten besnijden?

“Later in de bijeenkomst vragen we ook: zou jij je dochter willen laten besnijden? De meesten zeggen dan nee, waarbij verschillende redenen worden genoemd: de nadelen voor de gezondheid; het is verboden in Nederland; en het geeft complicaties bij de bevalling. Er is ook altijd wel iemand die zegt dat vrouwen die niet besneden zijn, meer seks willen dan mannen; daardoor gaan ze vreemd en hebben ze minder goede huwelijkskansen. Als de clitoris is weggehaald, zou er evenwicht zijn tussen man en vrouw. We bespreken dan in de groep hoe je op een andere manier je dochter seksuele normen en waarden kan bijbrengen. Dat meisjesbesnijdenis verboden is, weten de vrouwen wel. Dat is in Eritrea sinds 2007 ook zo. Maar dat het in Nederland ook echt strafbaar is, dát weten ze niet. Zij zijn vaak verbaasd om te horen dat Nederlandse vrouwen niet besneden zijn.” 

Hoe maak je dit bespreekbaar? 

“Zorgverleners in de geboortezorg moeten meer kennis hebben over dit onderwerp. Ze moeten vooral ook weten hoe ze bepaalde vragen kunnen stellen. Als cultuur-mediator in de geboortezorg tolk ik soms bij intakes. Daarin komt de vraag of de vrouw besneden is vaak al aan de orde. Dat gebeurt vaak plompverloren: Heb je erfelijke ziekten? Komt diabetes voor in de familie? En dan ineens: Ben je besneden? ‘Wat heeft dit met elkaar te maken?’, vraagt de vrouw mij dan. Bij het volgende consult blijven ze soms weg. ‘Waarom vraagt ze mij over besnijdenis?’ horen wij ook in de groepen. De vrouwen voelen zich aangevallen, alsof ze iets verkeerds hebben gedaan. En dus zeggen ze dat het niet zo is of dat ze het niet weten. Mijn advies is om deze vraag liever pas bij het tweede of derde consult te stellen, als je contact hebt gemaakt met elkaar. Of bewaar de vraag tot het eind van de intake en leidt deze in: ‘Ik ga jou nog één vraag stellen. Vrouwen uit Eritrea zijn als baby soms besneden. Als dit bij jou ook is gebeurd, dan wil ik weten hoe je besneden bent, zodat wij een plan kunnen maken hoe jij veilig kunt bevallen.’”

“Als je de vraag op een vriendelijke manier stelt en ook uitlegt waarom je dit wil weten, dán begrijpt ze je en krijg je een eerlijk antwoord.”

Lees ook ‘Heeft u ooit aan een vrouw gevraagd of ze besneden is?’ (Medisch Contact, november 2021)

Praktijkervaringen 

“Vandaag is een van onze deelnemers opgenomen om te gaan bevallen. Tijdens onze online-sessies deelde zij met ons dat zij gedeeltelijk dichtgenaaid is. In het ziekenhuis moeten ze haar dus openknippen voor ze kan bevallen (de-infibulatie). In de ziekenhuizen waar ik als cultuur-mediator word ingeschakeld, zie ik dat zorgverleners er weinig kennis van hebben. Vooral jonge zorgverleners die net van de opleiding komen, hebben het nog nooit gezien. Ik vind het daarom belangrijk dat dit thema meer aandacht krijgt bij zorgorganisaties en professionals in de geboortezorg. Ik zie ook gebeuren dat besneden vrouwen die zijn uitgescheurd of een episiotomie hebben gekregen tijdens de bevalling geen nazorg krijgen. Zij horen op het spreekuur VGV gezien te worden voor een eventuele hersteloperatie. Ik ben al zeven jaar sleutelfiguur VGV Amsterdam en ben dus speciaal geschoold en bijgeschoold. Toch werd ik hiervoor in de praktijk nog nooit ingezet. Ik ben dus nooit gevraagd om te tolken voor een Eritrese vrouw in het spreekuur VGV. Terwijl we in onze Centering-groepen toch vaker vrouwen tegenkomen die wel de derde vorm van VGV hebben.” 

Meer informatie

Bericht delen: